
Spreekwoorden: (1914)
Zijn handen jeuken hem,d.w.z. hij heeft grooten lust om te vechten. Het ww. jeuken heeft hier de beteekenis van sterk verlangen naar iets, haken naar, zooals in de 17<sup>de<-sup> eeuw en thans nog dialectisch; vgl. jokerig, jeukerig naar iets, verlangend naar iets; Opprel, 61: Hij jookt...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Zijn handen jeuken hem,d.w.z. hij heeft grooten lust om te vechten. Het ww. jeuken heeft hier de beteekenis van sterk verlangen naar iets, haken naar, zooals in de 17<sup>de<-sup> eeuw en thans nog dialectisch; vgl. jokerig, jeukerig naar iets, verlangend naar iets; Opprel, 61: Hij jookt...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.